Saskia van Vugt: UIt de hoogte in Benin

zaterdag 1 augustus 2009
Gastencolumn: Uit de hoogte in Benin
Koussou, zaterdag 18 juli 2009
 
Per fiets heb ik vandaag de hoogste berg van Benin bedongen om wat medicijnen te brengen naar het bergdorpje Koussou – waar ik eerder deze week een dagje in het gezondheidscentrum spreekuur heb gedaan. Behalve de malariatabletten, aspirine en antibioticumkuren, bleken er echter geen middelen aanwezig om de jeukende gehoorgangontsteking, de hoge bloeddruk en de uitgedroogde, klovende voethuid te behandelen. Dus die kan ik op mijn vrije zaterdag mooi even langs gaan brengen.
 
Genietend van de overal langs de wegkant hun werk neerleggende zwarte poppetjes om me toe te wuiven, kost de fietstocht steil omhoog me wel meer zweetdruppeltjes dan enig renkampioenschap in Nederland ooit gedaan heeft. Maar de beloning is groot: met een prachtig uitzicht kan ik bovenop de berg rustig bijkomen, en mijn zweetdruppels bijvullen met mijn meegenomen waterfles – voor het eerst zonder de vieze chemicaliën-smaak te proeven.
 
Ondertussen kunnen de verloskundige en haar patiënten ook even bijkomen. Van hun verbazing dat ik per fiets de berg op kwam. Vervolgens gaan ze door met de onderhandelingen over de prijs van een blikje tomatenpuree. Om rond te komen, moet zelfs de verloskundige hier in het weekend met tomatenpuree en uien proberen wat extra centen te verdienen.
 
Zelfs al bezit je hierin het straatarme noorden extra kennis en opleiding, dan nog ben je niet veel beter af dan je ongeschoolde, ongeletterde buurman. Pleit dit tegen verdere stimulatie van het onderwijs en leerplicht? Toch maar weer toestaan van kinderarbeid? In een moedeloze bui lijkt dit wel eens de makkelijkste oplossing. Continu wordt je hier geconfronteerd met het lage niveau hier: iedere ochtend om 7 uur ’s ochtends al, als de eerste Afrikanen je begroeten met ‘Bonsoir’. Als ze na 3x vragen nog steeds geen ‘Aaahh’ zeggen terwijl ik in hun mond probeer te kijken. En 2 dagen later alle pillen al weer op zijn, terwijl ik ze voor een week lang heb meegegeven…
 
Maar ach, kunnen die mensen hier daar nou zoveel aan doen? Ze hebben in elk geval reden genoeg om een significant lager IQ te bezitten dan het gemiddelde van boven de evenaar. De hersenontwikkeling zal verre van optimaal zijn: allereerst is de voeding hier ongelooflijk eenzijdig. Behalve een kom maispap in de ochtend en een schaal maispuree in de avond, vergezeld door 3 groene bladeren en een kippenbotje, zien de meeste kinderen nooit een stuk fruit of andere goede vitamine bron. Daarnaast is er grote kans op hersenschade, tijdens het doormaken van de hier veelvuldig voorkomende cerebrale malaria en meningitis. Tenslotte komt daar ook nog eens de grote onderstimulatie bij. Hersengymnastiek is er niet: hun eerste levensjaren hangen de kinderen de hele dag bij moeder of zusje op de rug; geen enkel woord of spelletje. En mogen ze eindelijk naar school, dan blijft er naast de 3 maanden zomervakantie en de 8 weken staking per jaar weinig lestijd over om het verschil tussen Bonjour en Bonsoir te leren!
 
Want is dat nou echt wel nodig als straatverkoper? Men werkt hier immers gewoon wanneer het enigszins schikt. Dus niet als je moe bent, wat wil gaan eten, of een vriend wil bezoeken. Ook als dat betekent dat anderen dan eindeloos op je moeten wachten.
 
Tomatenpuree verkopen in mijn vrije weekend gaat wel wat ver. Maar een zieke die op zondag voor mijn deur staat, laat ik niet wegsturen. Hoewel ik in Afrikaanse doeken rondloop, iedereen vrolijk groet in Afrikaanse taal, en met mijn handen eet, blijf ik als het de ziekenzorg betreft, toch bij mijn eigen normen, zoals die mij door de Nederlandse huisartsopleiding zijn bijgebracht. Ik weiger mee te gaan in de Afrikaanse nonchalantie en gevoelloosheid waarmee men de zieken hier laat wachten, afsnauwt, of zelfs doodziek terug naar huis stuurt wanneer ze geen geld hebben om te betalen.
 
Wij blanken mogen dan asociaal zijn, omdat we onze ouders in grote witte gebouwen stoppen en onze kinderen ’s nachts in aparte kamertjes …, maar ik heb wél geleerd om - wanneer nodig, klaar te staan voor mijn medemens. Zeker als dokter. Zelfs als ik daarom een blikje tomatenpuree minder kan verkopen. Of op moet staan van de harde houten bank waarop ik eindelijk net in een siesta-slaap was gevallen…
 
Hoewel voorlopig even onwaarschijnlijk als dat de te koop aangeboden televisies en rekenmachines werkelijk van het merk zijn wat erop staat – in plaats van een nagemaakt apparaat waar voor het consumentenvertrouwen de naam SONY of CASIO is opgeplakt – hoop ik toch dat straks ooit eens wat empathie, werklust en enthousiasme worden overgenomen. Net zo goed als de SONY en CASIO merkjes.