In Nederland

woensdag 1 april 2009
Alweer een 5 weken in Nederland. Heerlijk even bijkomen en andere beslommeringen ervaren dan de heftige emoties die ons toch wel regelmatig ten deel vallen in Benin.
Daar gaat het altijd over leven en dood, vriend en vijand, fetisj, voodoo en religie, is de zieke wel of niet te genezen, is er wel of niet geld genoeg om die ene simpele behandeling uit te voeren die de persoon in kwestie het leven kan redden?
Voor wie gaan we dit laatste beetje uit ons ziekenpotje gebruiken?
  • Voor die moeder met drie kinderen of
  • voor de vrouw die zwanger is van de eerste en geen echtgenoot heeft of
  • voor dat kind dat misschien later zichzelf wel ontpopt als een groots persoon in de ontwikkeling van zijn land, van Afrika, of misschien ooit een soort Martin Luther King wordt?
 
Heerlijk om dit soort afwegingen even niet te hoeven maken. Het afgelopen weekeinde hebben we met de vrijwilligers van SAB het 10 jarig bestaan gevierd en het deed me goed te zien dat de groep zo consistent is en men het samen zo goed kan vinden. Wat zou het fijn zijn om de groep te kunnen uitbreiden! Maar wat is het moeilijk om betrokken mensen te vinden.
 Ik hoop dat de crisis een omgedraaid effect heeft op dit soort werk en het materiële ik-tijdperk wordt verdreven door een levensvisie die inhoudelijk ook meer op duurzaamheid en samenhorigheid en vooral tevredenheid gericht is. Immers als we tevreden zijn met minder zijn we uiteindelijk gelukkiger dan als we ontevreden zijn met meer.
Het is kalm in Nederland, maar we horen iedere dag herhalingen van negatieve berichten op het journaal die gewoonweg depressies veroorzaken. Althans bij mij is dit absoluut het geval. Dus ik heb me voorgenomen om niet meer te kijken. Dit was weer genoeg voor het komende half jaar.
Want het is crisistijd – dat heb ik al een keer bewust meegemaakt begin tachtiger jaren – zelf slachtoffer van op dat moment. 
Maar de spiraal naar beneden wordt zo enorm versterkt door alle nieuwtjes over ontslagen, huizen die lang te koop staan, bedrijven die failliet gaan, mannen die hun (ex-)vrouwen bedreigen en mishandelen, depressieve en agressieve pubers die andere schoolkinderen neersteken of al schietend gewoon weg uitmoorden, vreemdelingenangst en valse beschuldigingen, beledigingen van mens naar mens en naar groeperingen, je kunt het dagelijks zien op TV en lezen in de kranten.
Dit alles speelt zich af met een bevolking die “beschaafd en geciviliseerd” heet te zijn. Wat is onze beschaving? Het feit dat we kleren dragen en in auto’s rijden, de klok hebben en met mes en vork eten, geeft dat ons beschavingsniveau aan?
Het is jammer te constateren dat sommige mensen niet meer in staat zijn te incasseren, tegenslagen op te vangen. Komt het zinloze geweld ook niet voort uit zelfmedelijden en verveling omdat er geen doel meer is in het leven als je van jongs af aan hebt gekregen wat en hoe je het hebben wilt? En komt het extremisme en zondebokken zoeken in "die andere soort mensen" niet voort uit onvermogen de hand in eigen boezem te steken?
Misschien ligt daar de crux en is het de bedoeling dat we samen de sterke kanten in onze samenleving weer gaan herontdekken. We hebben geen oeruitdagingen meer – immers we weten allemaal dat de kans om te overleven niet meer afhangt van het wel of niet vinden van een maaltijd deze dag, of van het wel of niet vinden van een bepaald kruid om onze zieke kinderen te genezen. Nee, wij mogen overleven in luxe waarbij we ons steeds verder ontwikkelen en daarnaast tientallen zo niet honderden manieren hebben om onze lijven, onze kennis, ons karakter en onze relaties te verbeteren en te onderhouden.  Simpelweg overleven? Dat zijn we vergeten.
Toch is het misschien niet verkeerd om eens stil te staan bij de vraag wat het eigenlijk betekent om niets te hebben en dus ook niets te kunnen verliezen, behalve de kleren die je aanhebt en de kinderen die je moet verzorgen.
Hoe is het om te moeten zoeken naar voedsel en soms je eigen normen en waarden opzij te moeten zetten om datgene wat je nodig hebt  te bemachtigen voor je kinderen? Omdat je kinderen moeten overleven om je genen voort te zetten, je te helpen als jij straks oud bent en niet meer kunt. En dan daarna het verplichte sociale handelen om dat kleine beetje dat je vond ook nog te delen met anderen uit je clan omdat je – als je dit niet doet – zelf ook nergens meer op hoeft te rekenen als jij op een dag helemaal niets vind.
Ik moet eerlijk toegeven, dit overschrijdt ook mijn sociale capaciteiten. Ook ik ben een kind van mijn beschaving en dat betekent pas delen als je genoeg voor jezelf hebt. Immers ik ben nooit opgegroeid in een hongersituatie. Maar wat is genoeg voor jezelf?
Het wekt iedere keer weer mijn bewondering en verwondering te constateren dat je eigenlijk alleen kunt overleven als groep en dat je daarom je eigen persoonlijkheid, je eigen ik opzij moet zetten. Het belang van de groep gaat immers voor. Maar ondanks vele groeperingen in onze samenleving, zijn wij eigenlijk ons groepsgevoel, ons groepsbelang uit het oog verloren.
Hopelijk gaan we – door of ondanks de crisis - een positieve tijd tegemoet, waarin we niet alleen onszelf maar ook de ander weer echt gaan tegenkomen.  Ik verheug me op meer collectiviteit en het besef dat er meerdere groeperingen nodig zijn om onze samenleving goed te laten draaien. Ook groepen elders in onze achtertuin, dankzij de globalisering. We kunnen het namelijk niet alleen en naar mijn mening helpt het ook niet als we elkaar de put in gaan praten met allerlei negatief nieuws. Dat is niet je ogen sluiten voor iets. Nee, misschien is het wel je ogen openen voor de werkelijkheid.
Ooit komt er hopelijk ook een andere vorm van journalistiek. Een positief journaal, al was het maar één keer per week. Waar wordt uitgeweid over de zegeningen van deze Westerse samenleving. Een journaal dat meldt hoeveel mensen vandaag toch weer drie maaltijden in ons kikkerlandje op tafel hebben gekregen, over hoeveel kinderen het recht hebben om naar school te gaan, sterker nog te leren op dié school die de geestelijke stroming binnen het gezin zo dicht mogelijk benaderd. Ook al zijn de omstandigheden niet optimaal op deze scholen, ze kunnen nog veel slechter. Dan gaan we iedere week horen  hoeveel mensen er weer 67 zijn geworden en waarschijnlijk nog een of twee of  misschien zelfs wel 20 jaar kunnen genieten van hun pensioen, hoeveel mensen er deze week weer een geslaagde operatie hebben gehad en straks weer gezond naar huis kunnen, hoeveel soorten brood we kunnen kopen, hoeveel mensen er meer dan 2 kledingstukken in hun kast hebben hangen, hoeveel mensen nog een baan hebben, hoeveel mensen geholpen worden door de solidariteit van ons goed opgezette belastingsysteem.
Heerlijk, als het journaal dergelijke positieve geluiden zou geven, dan zou ík in ieder geval een stuk opgewekter door het leven gaan als ik in Nederland ben.