Gastencolumn Ine van den Akker

zaterdag 10 oktober 2009
Een onderbreking van een week in Boukombé, na 6 maanden werken als verpleegkundige voor Mercy Ships. Daarvoor reis ik samen met vriendin Beth Tindall een bus-dagreis ver van de havenstad Cotonou, waar het hospitaalschip de Afrika Mercy ligt, naar het Noordwesten van Benin. Met een taxi, die je in Nederland op de sloop niet zult tegenkomen, nemen we in Natitingou de weg naar de Togolese grens en rijden een landschap binnen met rotsachtige heuvels afgewisseld met vlakten wuivend hoog gras met reusachtige Mango en Boabab bomen. Rond de dorpen velden met roze-wit bloeiende katoenplanten, bonen, piment, okra en maïs.
 
Marjan neemt ons 4 dagen mee op haar werkroute door dit paradijselijke landschap samen met Genevieve, gezondheidsvoorlichter en Albert, opticien. We gaan per auto of motor over de zandwegen die als roodbruine linten in het zachte groen liggen. Als het geregend heeft, net sporen van oud bloed. Na de regen hangt het lange gras over de weg, als in een poging het spoor uit te wissen. Bloed. Ik kan deze vergelijking niet uit mijn gedachten zetten. In de eeuwenoude tradities die het leven hier bepalen zijn vrouwen en zeker weduwen, rechteloze wezens. In de voorgaande columns van Marjan kun je hier afschuwelijke voorbeelden van lezen.
 
De initiatieven van FSAB grijpen precies aan op dit punt. Heerlijk om te zien dat meisjes zonder perspectief op onderwijs naar school gaan in Boukombé en Natitingou. Marjan is als een ambassadeur onderweg om alle randvoorwaarden in het gareel te houden. En dat is geen Afrikaans gareel. Want zij houdt directeuren aan hun afspraken, neemt vooroordelen over hepatitis weg bij de nonnen en trekt een half uur uit om de nieuwe douanebeambte uit te leggen wie zij is en dat de grens dwars door haar werkgebied loopt. Net zoals de koloniale grenzen stammen met hun grond splitste dacht ik.
 
Het kost me moeite om in de tijd om te schakelen naar 2009 na bezoeken aan mensen die leven in lemen huizen als in de prehistorie. Deze Tata Somba’s zijn klein, maar ze stralen een ongekende voornaamheid uit met hun torens waarin onder een rieten puntdakje graan en bonen te drogen liggen. Wij noemen ze arm, hun bezit bestaat uit wat gereedschap om het land te bewerken en schalen om water te putten en hun groente naar de weg te dragen voor verkoop. Magere vrouwen, maar niet bepaald nietig, krachtige mensen.  
 
Het begint toch allemaal met onderwijs. En daar komt in een land als Benin niet zoveel van terecht, in de praktijk gaan de kinderen hier 5 maanden per jaar naar school en het niveau is om te huilen op de overheidsscholen. Lang leve de nonnen. De katholieke scholen geven goed onderwijs en nonnen zorgen hier voor internaten waar kinderen uit afgelegen gebieden als Boukombé kunnen wonen en opgevoed worden. Afgedankte en misbruikte kinderen krijgen hier een kans op een leven als mens. Zo is het in feite.
 
In het Maison de Robben liggen twee vrouwen bij te komen na de bevalling, niet op de grond maar lekker op een bed. Hopelijk komt er komend jaar een verloskundige die haar opleiding heeft afgerond, want nu is een middelbaar opgeleide verpleegkundige verantwoordelijk voor de gang van zaken. Het Centre de Santé heeft een prachtige ruimte voor een laboratorium, het instrumentarium is er allemaal. Als de nodige testvloeistoffen er zijn, kan men hier beginnen. Prachtig, het tweede gezondheidscentrum dat nieuw leven in wordt geblazen via Aktie Benin in dit departement waar 60.000 mensen wonen. Maar dat is toch een minimum hoor, want 30 km lopen als je weeën zijn begonnen? Een van beiden overleeft het vaak niet. En als een vrouw die 12 kinderen heeft wil stoppen met baren, om te voorkomen dat bij de dertiende keer de andere twaalf geen moeder meer hebben, wie gaat haar uitleggen hoe dat moet? 60 dagen tellen tot de volgende prikpil als je niet kunt lezen? Kruisjes zetten op de Boabab naast je lemen huis. Maar dat moet Genevieve komen uitleggen, en er zijn niet overal Genevieves. Wat een zege, zulke gemotiveerde mensen als Genevieve en Albert, zij houden van de mensen. Marjan heeft de energie om enthousiaste en toegewijde mensen bijelkaar te brengen en wegen te banen zodat hun inspanningen succesvol kunnen zijn.
 
Vrijdagavond was het groot feest, alle medewerkers kregen een fiets. Samen gegeten, ontzettend gelachen, gedanst en God gedankt voor de kracht die hij gaf om te werken.Wat een oprechte eerbied voor God klinkt er in hun stemmen, en wat een ontroerende melodieën.
 
Een van de nachtwakers liet ons andere plaatsten innemen in de kring, want hij vond dat we teveel “ soort bij soort” zaten, nl. blank naast blank, zuid naast zuid en noord naast noord. Het gezelschap werd even gemixed. Moeten we in Nederland ook vaker doen.
 
Wat hoop ik dat elk jaar nieuwe opgeleide mensen gaan meewerken in de voorlichting en gezondheidszorg. Zo belangrijk dat bewoners hier dat zelf kunnen, wanneer je de taal en tradities niet kent, heb je niets te vertellen aan deze mensen. Marjan en Jetse, ontzettend bedankt dat jullie ons lieten delen in wat jullie hier doen en meemaken.
 
Ine van den Akker