Tegenslagen en Christelijke Paasgedachten

maandag 5 april 2010

 

Eerste Paasdag, een feestdag, maar voor mij ook een dag om me voor te bereiden op mijn bezoek aan NL volgende week. Daarover straks meer.

Zoals jullie hebben kunnen lezen is onze ambulance de laatste zondag van februari verongelukt en je weet pas wat je mist als je het niet meer hebt. Het is een regionale ramp, dat blijkt in de praktijk. In Nederland kun je je geen voorstelling maken wat het betekent als je – tijdens de bevalling – of als je dood en doodziek bent – eerst nog meer dan een uur of langer in een ambulance moet hobbelen over vreselijk slechte wegen – om naar een ziekenhuis te komen. Bedenk dan wat het betekent als je nu – in dezelfde situatie – door een familielid of vriend op een brommer over de pistes mag reizen. Tijdens ontsluitingsweeën – of kleine kinderen comateus en stuiptrekkend ten gevolg van een ernstige malaria of meningitis - achter op een brommer door de bergen…
 
Voor mij betekende de kapotte ambulance gewoon heel veel extra werk en stress de afgelopen maand, even een tussendoortje welke je energie compleet wegvreet omdat je het naast je gewone werk ergens in de “verloren uren’ - die er NOOIT zijn – dingen moet uitzoeken, aanvragen moet maken, contacten moet zoeken, het ‘even’ moet doen. 
 
Gelukkig hebben enkele mensen in Nederland de verdere uitwerking op zich genomen. Dus het gaat nu helemaal goed komen. Maar ……..voor enkele zieken is de reis zonder ambulance hun laatste energie geweest die ze hebben verbruikt. Zij hadden niet de kracht de tocht naar Tanguiéta op de brommer te overleven of gaven de moed reeds op, op het moment dat zij hoorden dat er bij ons geen mogelijkheden tot hulp waren. Mogen zij rusten in vrede.
Wel toont dit ongeluk weer de saamhorigheid van de gemeenschap in het algemeen en ons personeel in het bijzonder. Het idee van het personeel was om een bidavond te organiseren en aan God een nieuwe ambulance te vragen. Iedereen is opgetrommeld en in de kerken, bij de fêticheurs en bij ons thuis is er massaal gebeden. Voor gezondheid en voorspoed voor ieder die ons helpt en voor hun familieleden en vrienden, opdat zij rustig, zonder zorgen te hebben over hen die hen dierbaar zijn, aan ons kunnen denken, ons kunnen helpen. Gevraagd aan God ieder die ons helpt te zegenen en de harten te openen van velen ons nog onbekend om ons in de toekomst te helpen.
 
Speciale gebeden zijn er geweest voor enkele personen in Nederland, zoals onder andere Lida – onze voorzitster – die ondanks een jaar vol lichamelijke tegenslagen in 2009 toch zo ontzettend veel voor ons heeft betekend en ons steeds weer moed heeft gegeven door te gaan. Niet alleen Jetse en mij, maar daardoor dus ook ons personeel – omdat zij onze zorgen delen. Voor Hans – ons ruggesteuntje – die steeds weer praktisch meedenkt. Het is duidelijk dat personeel van Fondation ‘Stichting Aktie Benin” zich vereenzelvigt met FSAB en alle voorspoed en tegenspoed, alle positieve en negatieve reacties worden door hen als persoonlijk ervaren. Zoals Geneviève erg mooi verwoordde tijdens een vergadering: Wij - het personeel van FSAB – zijn de houtjes die het vuur brandende houden hier in Benin. Papa en Maman kunnen hun werk niet doen zonder ons. Zo kunnen Papa en maman ook hun werk niet doen zonder hulp uit Nederland.
 
Gelukkig hebben we Muttathara - een ons zeer bevriende en goedgezinde Stichting - bereidt gevonden om ons (gedeeltelijk) met de aanschaf van een nieuwe – tweedehandse – ambulance te helpen. Dit geeft zoveel moed en vertrouwen. Iedereen knapte zienderogen op.
Pasen, het feest van het nieuwe begin! Het einde van het lijden. Dus afgelopen vrijdag – Goede Vrijdag – waarbij normaal ieders hoofd naar de Paasdagen staat en in Nederland speciaal naar het extra lange weekeind, is er wederom massaal gebeden, dat de ambulance toch mag komen, dat er een veilige manier van transport gevonden gaat worden, of God ons -zolang nodig- structureel wil helpen om geld te vinden voor onderhoud en diesel die nodig is voor het transport. Want alleen God kent de echte situatie hier en weet dat velen hier geen bijdrage kunnen leveren aan het transport dat zij nodig hebben.
Er is bedankt dat we zoveel vrienden hebben in Nederland die met ons meeleven en op een gegeven moment stelde een v rouw de vraag: Hoe kan het dat mensen die ons nog nooit gezien hebben ZOVEEL van ons houden dat ze ons willen helpen? Dit is de liefde van God die door deze mensen stroomt, antwoordde Geneviève, die samen met de dominee de dienst leidde.
Het deed mij denken aan 2004 en het transport van onze Nissan naar Benin. Het Belgisch leger had beloofd dat mijn auto met hen mee kon vliegen naar Cotonou, maar op het allerlaatste moment kreeg ik een brief dat – wegens problemen in de Democratische Republiek Congo , hun activiteiten naar daar werden verschoven en het misschien wel een jaar kon duren voor er weer Cargovluchten naar Benin gingen. Een vriendin van mij stelde voor een bidavond te houden en die vrijdagavond hebben we dat gedaan. De woensdag erop! kreeg ik een mailtje van een oud-collega uit Winschoten die een jaar onbetaald verlof had genomen om op Merci Ship te gaan werken. Marjan, we doen ook de haven van Cotonou aan, moet ik nog iets voor je meenemen waar je erg om zit te springen? –uhhh Mijn auto, indien mogelijk? En jawel, de Nissan is veilig door hen naar Cotonou gebracht .
 
In april kom ik heel kort naar Nederland, voor TV- opnames van het programma Doeners! Van de EO. Ook zullen er radio-opnames worden gemaakt en dit zal allemaal ergens in de zomer worden uitgezonden.

Met heel mijn hart bid en hoop ik dat deze programma’s mensen zullen raken die ons daarna willen ondersteunen met ons werk.
 
Marjan Kroone