Naar huis

dinsdag 3 oktober 2006
We zitten op dit moment op het vliegveld in Tripoli, te wachten op de aansluiting naar Benin, naar huis.

Het is snel voorbij gegaan en we hebben werkelijk heerlijke weken gehad. Iedereen bedankt voor alle steun en alles wat we allemaal gekregen hebben aan geld, goederen en diensten, zowel voor onszelf prive als voor de stichting. Jullie waren allemaal geweldig!

We zijn werkelijk verschrikkelijk verwend en dan nog het geweldige feest met Arjen en Bernadien. Het ambassadeurschap van Arjen is zo van toegevoegde waarde voor onze stichting. Wat ik in Arjen zo kan waarderen is het feit dat hij niet bij een of andere grote organisatie zijn naam neerlegd, zo van bekendheid zoekt bekendheid. Nee, Arjen heeft bewust voor Aktie Benin gekozen omdat hij ons van vroeger kent en weet wat wij doen en waarom. Door zijn naam aan Aktie Benin te koppelen wil hij echt helpen ons op de kaart te zetten.

De laatste dagen bij mijn moeder doorgebracht. Uiteraard nog met onze kinderen. Wat moeten we toch een hoop missen van elkaar. Soms vraag ik me af of het wel eerlijk is, onze kids hebben er niet voor gekozen, een vader en moeder in Afrika. Maar dan bedenk ik me dat ook ouders het soms moeilijk hebben met de keuze van hun kinderen en uiteindelijk zijn ze volwassen. Echter, je moedergevoel kun je niet in een doosje stoppen en in de kast leggen.

Aan de andere kant realiseer ik me heel goed dat onze band met Hedwig en Paul heel goed is, zo intens op de momenten dat we samen zijn en dan dek ik aan de gebroken families die er ook zijn, of die gezinnen waarvan de kinderen zich verplicht voelen om wekelijks op de thee te gaan maar waar men elkaar eigenlijk niets te vertellen heeft. Dan weet ik weer dat het goed is. Dan is er weer vrede in mijn hart.

Op Brussel Airport zagen we een schattig zwart babytje in de wandelwagen. Jetse zegt: kom op Mar, straks kun je je hart weer ophalen. En dat is zo, de kinderen in Boukombe wachten ook weer op ons.

Het leuke is dat er zoveel dingen zijn die we enorm waarderen in Nederland. Het water uit de kraan, het perfect geregelde openbaar – met slechts een klein beetje vertraging, de gezondheidszorg waar je toch zo maar even naar toe kunt gaan en men dategene heeft liggen wat nodig is om je te helpen, alles is zo netjes, zo goed georganiseerd, zo schoon.

Maar toch verlang ik terug naar de warmte, het zweten, de viezigheid, het verrassingsschema dat je te wachten staat als je iets planned, de afspraken die niet nagekomen worden, de chaos in het verkeer, langs de weg, de vrouwen met hun bakken op hun hoofd, de lucht van houtskool en petroleum. YES, we komen weer thuis.

Grappig is dat er in Nederland ook mensen zijn die hun afspraken niet nakomen, maar dan op een andere manier. Ze komen wel op het afgesproken tijdstip opdagen, we blijven mensen van de klok; maar dan het afhandelen, daar kan het ook in Nederland aan ontbreken. Alleen dat valt op een of andere manier wiet zo, omdat men wel op de afspraak verschijnt. Ben ik nu iets moeilijks aan het vertellen? Nou ja, ik moet mijn drie uur ook vol krijgen op Tripoli-Airport, zonder mijn boek omdat men in Brussel onze handbagage te zwaar vond. Dus konden we daar de boel nog weer herpakken. En een leuk tijdschrift kopen hier gaat moeilijk.

Ik wrijf door mijn gekochte kroeskrullen en voel de wax in mijn haar. Ook weer zowat. De afgelopen dagen de nachtcreme van mijn moeder gebruikt, uit een heel duur potje. Vanmorgen vraag ik of ze ook nog wat voor mijn haar heeft omdat alles al ingepakt is. Ja hoor, onder de Dove. Blijk ik de hele week haarwax op mijn huid gesmeerd te hebben. Ik dacht al, wat glim ik toch. Nou ja, vet is vet niet waar.

Dat we al in Afrika zijn is duidelijk. Tripoli-Airport is enorm aan het uitbreiden en we zagen in april al een internetcafe in aanbouw. Ha, vandaag staat de deur open. Ik zal even een column schrijven dan kan deze nog verstuurd worden, zeg ik tegen Jetse. Nou ja, het is Afrika, de deur is al open, maar aansluiting is er niet legt de meneer achter zijn bureau geduldig uit.

Dit komt me heel bekend voor. Dat horen we straks ook weer, en niet alleen bij het internetcafe, maar ook bij de pompstations als we diesel willen tanken.

Zondag 01 oktober 2006

Hier ben ik weer; we zijn dus nog niet weg uit Cotonou, de minister van Buitenlandse Zaken is op reis en komt maandag of dinsdag weer terug en men heeft nog een paar interessante ontmoetingen voor ons in petto. Men is ook hier duidelijk blij dat we er weer terug zijn, dat is wel fijn. Oké, geen probleem. We laten Albert naar Cotonou komen om geld en opdrachten op te halen voor onder andere de meisjes uit Sonta, en dan blijven wij nog even.

In iedergeval, ik heb – heel handig – bij ons vertrek het meisjesinternaat op slot gedaan en ben vergeten de sleutel af te geven, dus de andere meiden wonen nu zolang bij Albert en Sonia. Fijn dat dat soort dingen nooit een probleem zijn.

Voor we naar het noorden gaan horen jullie nog even van ons. Maar via deze column weten jullie alvast dat we goed zijn aangekomen en weer zin hebben om aan de slag te gaan, terug naar huis te gaan, zo voelt het gewoon en dat is goed.

Veel liefs allemaal, ook van Jetse

Marjan (www.aktiebenin.nl)