gastencolumn Anne Marie vd Ven en Margreet Bakker

maandag 24 maart 2008
 
14 dagen Afrika, Benin
 
Vanaf de eerste jaren steunen wij FSAB, en volgen we Jetse en Marjan in hun werk daarginds, ver weg. We wilden heel graag eens naar hen toe, zelf zien, een handje meehelpen. Die wens is nu vervult. ·s Nachts aankomen in Cotonou, waar Jetse en Marjan ons stonden op te wachten en meenamen naar het hotel. Cyrille, vice president van SAB was er al een week. Zij waren bezig met netwerken, en regelen dat de container soepel vrij kwam en vervoerd naar Boukombé. Onze eerste echte kennismaking met Benin was een dag in Cotonou, waar we kennis maakten met vervoer op semmies, de enorme, walmende verkeersdrukte en de wijze waarop in Afrika afspraken "tot stand komen". Als voorbeeld: na een ontmoeting eerder op de dag met de broer van de president, die Marjan kon overtuigen van het belang van FSAB, hadden Marjan, Jetse en Cyrille aan het eind van de dag een - zeer gewenst - door deze broer geregeld gesprek met de minister van gezondheid. Met hem hebben ze gesproken over de werkzaamheden van FSAB en de plannen voor de toekomst. Dit zijn zeer belangrijke contacten, die Marjan met haar onnavolgbare talent voor netwerken weet te bewerkstelligen.
 
De volgende dag in alle vroegte vertrokken we met z·n vijfen in de auto van FSAB naar Boukombé. Een dag lang dwars door Benin, onderweg op markten het inslaan van fruit, kopen van een ontbijt, eten in een Afrikaanse eettent langs de weg. En ondertussen dringt het besef bij je door - met alles wat je ziet en aan je voorbijtrekt - dat je een totaal andere wereld binnenkomt: je ziet het leven langs die weg, soms tot aan de rand. Mensen, heel veel mensen die daar hun nering drijven. Alles is daar te koop, van enorme zakken houtskool, tot iemand met een schaaltje sinaasappels op haar hoofd. Elk dorp of streek heeft z·n eigen specialiteit: hakhout in bundels, eindeloze rijen tafels met maismeel in lange plastic zakken, grote houten vijzels met stampers in allerlei maten, fruit, brood, allerlei huishoudelijke artikelen maar ook stukjes geroosterde rat die je worden aangeboden als je even stilstaat, die we toch maar beleefd hebben afgeslagen.
In Natitingou zijn we gestopt om in het ziekenhuis Judith, een van de adoptiekinderen van Cyrille en Yvette te bezoeken. Zij was ernstig ziek opgenomen, en inmiddels geopereerd aan haar buik. Marjan en Cyrille hebben haar bezocht. Dit was een emotioneel bezoek, want het ging niet goed met Judith: broodmager en verzwakt. Op dat moment kon niet veel duidelijkheid worden gegeven over de vooruitzichten. Een vrijwilligster van de kerk uit Boukombé hield Judith gezelschap.
Met de afspraak de week daarop terug te komen gingen we verder.
Na Natitingou kwam de afslag naar Boukombé, waar het asfalt ophield en we over de piste het laatste stuk aflegden. Hier werden we ingewijd in het rode stof, dat ons vanaf dat moment niet meer heeft verlaten. Wat een prachtig landschap! Voor het eerst zagen we de tata·s. Bij Marjan steeg duidelijk de spanning voor het aanstaande weerzien. En uiteindelijk was het dan zover. Onder begeleiding van een luid en stampend lied van Jantje Smit reden we het terrein op. Daar stonden alle medewerkers en de meiden van het internaat, een emotioneel en vrolijk weerzien volgde.
 
·s Avonds vertelde Guinevieve, dat ze de volgende dag naar twee vrouwengroepen zou gaan voor sensibilisering: de prenatale voorlichting, en over het belang van het bevallen in de kraamkliniek. Guinevieve is een Beninoise medewerkster, mede opgeleid met behulp van FSAB, die zeer gemotiveerd is om voor haar eigen mensen te werken, en ook verder te gaan met opleiding. Er ging ook een vertegenwoordigster mee van de vrouwengroep UFeDeB, die ging praten over de a.s. internationale vrouwendag op 8 maart. Marjan stelde Cyrille en ons voor met Guinevieve mee te gaan om hier kennis mee te maken.
Dat was de zaterdag, de eerste dag in Boukombé. Achter op de semmie trokken we door de dorpen en het landschap in de omgeving, naar de beide groepen. Een belevenis op zich. Maar de ontvangst bij de vrouwen: zodra we aankwamen werden we verwelkomd met zang en dans, wat ontroerde en vrolijk maakte tegelijk. En het was prachtig om te zien hoe Genuivieve de voorlichting gaf: met overtuiging en respectvol. Ze vertelde met gebruikmaking van expressieve gebaren, mimiek en stem. Genevieve had ook beeldmateriaal bij zich: platen van zwangere vrouwen met de kenmerken die aanleiding geven voor nader onderzoek, etc. De vrouwen waren belangstellend en stelden allerlei vragen. Ook legde Genevieve uit dat vrouwen die geen of weinig geld hebben, korting kunnen krijgen van FSAB voor de consultatie en behandeling. Na Genevieve kwam de UFeDeB-vrouw aan het woord: dit ging vooral over de organisatie van de internationale vrouwendag en het bijbehorende feest.
 
Bij thuiskomst was het al bijna tijd voor het feest ter ere van de terugkomst van Marjan (ze was een half jaar weg geweest voor studie in Nederland). We dosten ons zo mooi mogelijk uit en maakten kennis met vele officiële mensen uit Boukombé en omgeving, waaruit ook weer blijkt dat er inmiddels op allerlei niveaus een stevig netwerk is gevormd. Ook komt dan naar voren dat het werk van Marjan en Jetse belangrijk wordt geacht en erg gewaardeerd wordt. In haar antwoord op de verschillende toespraken, benadrukt Marjan telkens weer, dat vooral het samenwerken tussen de verschillende groeperingen belangrijk is. Op het eind van de avond hebben we met de medewerkers en met de meisjes van het internaat nog even lekker swingend gedanst op onvervalste gospels. Marie, Martine, Victoire, Agnes,Florence en Colette: het duurde wel een paar dagen voor we de namen wisten en voor we konden onthouden wie wie was. Wat een leuke meiden en wat een goed project. We hoorden dat zij alle 6 ook bovengemiddeld presteren op school. Wij sliepen in de kamer naast het internaat, en eerlijk, giechelen klinkt overal hetzelfde.
 
De lengte van een column noopt ons tot het benoemen van een beperkt aantal zaken. We hebben veel gezien, we zijn meegeweest met Marjan naar het ziekenhuis in Tangieta, een goed georganiseerd ziekenhuis van de Italiaanse missie, waar zij zelf ook patienten heen verwijzen in ernstige gevallen. Als bezoekers van ver komen, verblijven ze daar buiten op een groot plein met bomen, waar ze slapen en koken op houtvuurtjes. Ook patienten die herstellend zijn, gaan vaak overdag buiten liggen.
Die dag gingen we op de terugreis langs in het dorpje Sonta, om een kijkje te nemen bij het eerste schooltje dat FSAB heeft helpen oprichten, wat inmiddels zelfstandig is geworden. We kwamen daar aan, en werden letterlijk bedolven onder de kinderen, hardstikke leuk. Na een oproep van de hoofdonderwijzer gingen ze rap weer netjes in de klas zitten. Elke klas die we binnenkwamen barste uit in een luidkeels gezang, overdonderend en oorverdovend. De school is een simpel gebouw met golfplaten dak, tafels en stoeltjes en een bord. De kinderen hebben één schrift, waar alle vakken in komen. Voor de jongste kinderen was geen ruimte, zij zaten in een uit rietmatten en stammetjes opgetrokken bouwsel en hadden te weinig tafels en stoeltjes. Het bleek dat die af en toe "verdwenen" en opdoken in sommige huizen in de omgeving. Maar ja, om ze weer terug te krijgen... Overigens is het zo dat nog altijd heel veel kinderen niet naar school gaan. Vaak hebben de ouders geen geld om de kosten te betalen.
Ook gingen we langs, in weer een ander dorpje, bij een gezin met een drieling. Moeder was in het Centre bevallen en aangesterkt. De drieling is (financiëel) geadopteerd, en krijgt voedsel. Maar de armoede van dit gezin en dit dorpje was duidelijk en indringend. Dat geldt overigens voor grote gebieden, veel dorpen, heel veel mensen en gezinnen. 
 
Een dag later zijn we, via Marjan, in Natitingou terecht gekomen bij onze gids, chauffeur en monteur, Caliste. Met hem hebben we de trip naar Pendjari gemaakt. Mooie tocht, veel gezien: nijlpaarden, krokodillen, olifanten en zelfs leeuwen; allerlei soorten antilopen, grote waterbuffels, veel prachtig gekleurde vogels. En veel wegen gelijk wasborden; wat dat betreft zijn we in Benin letterlijk en figuurlijk door elkaar geschud. Aan de rand van het park, net over de grens in Burkina Fasso, bracht Caliste ons naar een nederzetting(kje) vlak aan de grensrivier. Daar kocht hij een grote zak geroosterde vis, voor hem een vast adresje. Mooi om te zien hoe boven vuurtjes, op tafelhoogte tussen bladeren, deze visjes werden geroosterd en gerookt. De vissers en hun vrouwen woonden op de groene bossige oever, in uit riet opgetrokken hutten.
 
Terug in Boukombé. We hebben Cyrille een hele en een halve dag geholpen met het opnieuw inrichten van het magazijn voor de medicijnen, en met het uitpakken van de nieuwe voorraden, nadat de container was uitgeladen. Ja, op zondag 2 maart hebben we met z·n allen de net aangekomen container - groot feest -  uitgeladen en de spullen en dozen opgeslagen. ·s Middags in het magazijn van Jetse en Marjan een deel van de nieuwe voorraad levensmiddelen opgeslagen: broodnodig om het a.s. jaar weer gezond door te komen. We hebben erg genoten van de keren dat we ·s avonds met Jetse, Marjan en Cyrille in het dorp gingen eten of een biertje drinken, b.v. bij Mama Lilly. Ja, alles is anders. Het eten, de sfeer, de mensen. Het bier trouwens niet. Dan moet je aan de tsjouk gaan, het plaatselijk gebrouwen bier, dat elk gezin zelf brouwt. De basis is graan, en het brouwen gaat onafgebroken door in een cyclus van 3 of 4 dagen (dan is het klaar, alcoholhoudend).
Op die zondagmiddag, na de siesta, heeft Marjan ons en Cyrille meegenomen naar een dorpsoudste; een oude man met een speciale functie: hij kan bezweringen uitvoeren en raad geven. Omdat Marjan iets voor een familielid die ziek was heeft gedaan, kan ze wel een potje bij hem breken. We mochten dan ook zijn tata - de traditionele woning van een familie, een uit leem opgetrokken bouwwerk bestaande uit voorraadkamers, keuken, slaapverblijven en ook een heilige ruimte - bekijken van binnen en van buiten. Zo hebben we een beetje een idee gekregen van het leven en wonen in een tata, en van de rituelen en gewoonten. 
 
Op onze laatste dag in Boukombé zijn we nog naar het nieuwe project in Koutchagou geweest, 7 km. verderop. De bestaande Maternité bekeken, en kennis genomen van de plannen voor verbetering en nieuwbouw, o.a. een verblijf voor vrouwen die van ver komen en moeten bevallen. Het ligt in een mooi landelijk gebied, tussen dorpen met allemaal traditioneel gebouwde tata·s. De werkers van dit Centre waren hartelijk en wilden graag vertellen over de toekomst. De nieuwe plannen zien er goed uit, en zullen ongetwijfeld helpen bij het verbeteren van de gezondheidszorg in dit gebied, we zijn er van overtuigd dat het iets moois zal worden.
 
We waren voor het eerst in Afrika, in een zgn derde wereldland. Voor ons was het een geweldige, indrukwekkende ervaring. Mooi, leerzaam, inspirerend maar ook van tijd tot tijd emotioneel. Marjan en Jetse bedankt voor ons verblijf bij jullie en te kunnen zien hoe belangrijk jullie werk is, noodzakelijk, zinvol en goed. Met veel plezier blijven we jullie volgen en ondersteunen.
 
Anne Marie en Margreet